Contacteer ons
Contacteer ons
Opgelet: sinds academiejaar 2019-2020 werden er enkele veranderingen doorgevoerd in het hoger onderwijs. Welke dat zijn en welke invloed zij hebben op de werking van studietoelagen, kan je terugvinden op Wat vanaf 2019-2020?.
De instelling voor hoger onderwijs waar je studeert, moet ambtshalve geregistreerd zijn.
Ambtshalve geregistreerd zijn:
Als je opleiding door twee onderwijsinstellingen samen wordt georganiseerd, is het voldoende dat een ervan ambtshalve geregistreerd is in de Vlaamse Gemeenschap. Ook als de andere onderwijsinstelling buiten de Vlaamse Gemeenschap of buiten België valt, kom je in aanmerking voor een studietoelage.
Als je in een ambtshalve geregistreerde instelling bent ingeschreven en je volgt een deel van je opleiding buiten de Vlaamse Gemeenschap met een Erasmusbeurs, dan kan je nog altijd een studietoelage krijgen boven op de Erasmusbeurs.
Je opleiding moet geaccrediteerd zijn, erkend als nieuwe opleiding of tijdelijk erkend. Of dat het geval is, kan je nagaan in het Hogeronderwijsregister.
Sommige opleidingen zijn niet geaccrediteerd, maar komen toch in aanmerking voor een studietoelage:
Dat zijn programma’s die de overgang helpen maken naar een masteropleiding.
Een bachelor-na-bachelor (banaba) of master-na-master (manama) komt nooit in aanmerking voor een studietoelage. Dus: hoewel de Vlerick Management School en het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen ambtshalve geregistreerd zijn, komen de aangeboden opleidingen niet in aanmerking voor een studietoelage. Het zijn immers allemaal bachelors-na-bachelor en masters-na-master.
In het hoger onderwijs kan je kiezen tussen verschillende contracten: het diplomacontract, het creditcontract en het examencontract. Alleen met een diplomacontract voor minstens 27 studiepunten van financierbare opleidingen kom je in aanmerking voor een studietoelage.
Uitzondering: in het jaar dat je je diploma behaalt, mag het aantal studiepunten lager zijn.
Nieuwe uitzondering: ben je ernstig ziek en kan je hierdoor geen 27 studiepunten opnemen? Bezorg ons dan het door een arts ingevulde attest: pdf bestandMedisch formulier ernstig zieke student 2020-2021.pdf (53 kB)
Je kan een studietoelage krijgen voor het behalen van een diploma voor:
*Let op: heb je bijvoorbeeld al een diploma voor 3 bachelors, dan kan je geen studietoelage meer krijgen voor het volgen van een educatieve bacheloropleiding. Hetzelfde geldt als je al een diploma hebt voor 3 graduaten of 2 masters.
Je kan ook een studietoelage krijgen voor het voltooien van:
*Let op: een voorbereidingsprogramma als voorbereiding op een voortgezette opleiding, zoals een bachelor-na-bachelor of master-na-master, komt niet in aanmerking voor een studietoelage. Voorbeeld van een studietraject.
Voortgezette opleidingen zijn niet financierbaar:
We houden rekening met je volledige studiehistoriek, ongeacht of je er in het verleden een studietoelage voor hebt ontvangen.
Als je een financierbare opleiding combineert met een voortgezette opleiding (bv. ba-na-ba) of met een voorbereidingsprogramma als voorbereiding op een voortgezette opleiding, kan je geen studietoelage krijgen.
Uitzondering: zit je voor de financierbare opleiding in je diplomajaar, dan kom je wel in aanmerking voor een studietoelage.
Bij je allereerste inschrijving in het hoger onderwijs (met diplomacontract) krijg je een startstudietoelagekrediet van 60 punten en een jokerkrediet van 60 punten.
Als je je inschrijft voor een of meer financierbare opleidingen, gaat het aantal punten van de inschrijving van je studietoelagekrediet af, ongeacht of je er in het verleden een studietoelage voor hebt ontvangen. De punten die je voor die opleidingen verwerft, komen bij je verworven studietoelagekrediet.
Je studietoelagekrediet kan nooit minder zijn dan 0 of meer dan 60.
Om voor een studietoelage in aanmerking te komen moet je wel ingeschreven zijn voor minstens 27 studiepunten van financierbare opleidingen, behalve in het jaar dat je je diploma haalt: dan mag het ook minder zijn. Ook studenten met een ernstige ziekte krijgen hierop een uitzondering, zie hierboven.
Kortom: je hebt een kredietrugzakje met 3 vakken. Bij het begin van je studies hoger onderwijs bevat je rugzakje:
Vak 1: startkrediet
Als je je inschrijft voor meer punten dan je ooit al ingeschreven was, gebruik je je startkrediet.
Voorbeeld 1 - Je hebt nog nooit gestudeerd en schrijft je in voor 60 punten. |
Je neemt je volledige startkrediet van 60 punten in 1 keer op. |
Voorbeeld 2 - Je hebt nog nooit gestudeerd en je schrijft je in voor 30 punten. |
Je neemt 30 punten op van je startkrediet. Schrijf je je het volgende jaar opnieuw in voor 30 punten, dan gaan die niet van je startkrediet af. Je moet dan kijken of je punten hebt in vak 2 (of 3) van je rugzakje. Het resterend startkrediet kan je wél opnemen als je je later toch nog inschrijft voor meer dan 30 punten. |
Vak 2: studietoelagekrediet
Als je studiepunten (credits) verwerft bij het volgen van financierbare opleidingen, komen die bij in vak 2 van je rugzakje. Ze gaan er weer uit als je je inschrijft en als er in vak 1 (startkrediet) van je rugzakje geen of onvoldoende punten zitten die je kan en mag gebruiken.
Vak 3: jokerkrediet
Je jokerkrediet moet je gebruiken als je uit de vakjes 1 en 2 te weinig punten hebt om aan het aantal punten van je inschrijving te geraken.
Let op: |
De punten in vakjes 1 en 2 verminderen als je een financierbare opleiding volgt en vakje 2 wordt aangevuld met de credits (studiepunten) die je behaalt, los van het feit of je nu echt een toelage krijgt of niet. De punten in vakje 3, jokerkrediet, verminderen enkel als je er echt een (hogere) toelage door krijgt. |
---|
Voor het behalen van je eerste bachelordiploma kom je maar in aanmerking voor een toelage voor zover je nog geen 240 studiepunten voor bacheloropleidingen verworven hebt. Voor het behalen van een tweede bachelordiploma, wordt er voortgebouwd op de verworven studiepunten van je vorige bacheloropleidingen en verschuift de grens naar 420 verworven studiepunten. Voor een masterdiploma is die grens gelijk aan het ‘normale’ totale aantal masterstudiepunten van de masteropleiding die je in het jaar van aanvraag volgt, plus 30.
Per academiejaar kan je maximaal een studietoelage krijgen voor 60 studiepunten.
Dus: wil je het diploma van master in de taal- en letterkunde behalen, dan kan je een studietoelage aanvragen voor dat bachelordiploma en later voor dat masterdiploma. Studeer je daarna Afrikaanse talen en culturen als tweede opleiding, dan kan je tot aan dat tweede bachelordiploma een toelage krijgen. Voor de master Afrikaanse talen en culturen kan je geen studietoelage meer krijgen (ook niet met je jokerkrediet): je hebt je masterdiploma immers al behaald.
Een tweede bachelor is dus niet hetzelfde als een bachelor-na-bachelor. Een tweede bachelor is een financierbare opleiding, een bachelor-na-bachelor is een voortgezette en dus niet-financierbare opleiding.